De bevoorrechten
Een oude zeemeeuw zal men nooit zien sterven
als het zijn tijd is, vliegt hij uit het land.
Wie speurend langs de vloedlijn loopt te zwerven
vindt soms wat vuile veren aan het strand.
Een meeuw schijnt in de hoogte dood te blijven.
Toch vliegt hij voort, de vleugels uitgespreid,
alsof zijn spieren plotseling verstijven,
en roerloos zeilend talmt hij in de tijd.
Voorbij de kim moet hij het water raken,
onzichtbaar voor een ieder op het land.
Alleen een zeeman ziet soms, bij het waken,
een dode vogel zweven langs het want.
En hij alleen verstaat dit vege teken
als eeuwigheid die neerziet in de tijd
en zich voelt drijven door de blauwe streken
van Gods ontstellende oneindigheid.
Gedicht: Jan Noordegraaf (1927-1990), uit de gedichtenbundel Zeeman met Verlof
Foto: Marina Noordegraaf
Een oude zeemeeuw zal men nooit zien sterven
als het zijn tijd is, vliegt hij uit het land.
Wie speurend langs de vloedlijn loopt te zwerven
vindt soms wat vuile veren aan het strand.
Een meeuw schijnt in de hoogte dood te blijven.
Toch vliegt hij voort, de vleugels uitgespreid,
alsof zijn spieren plotseling verstijven,
en roerloos zeilend talmt hij in de tijd.
Voorbij de kim moet hij het water raken,
onzichtbaar voor een ieder op het land.
Alleen een zeeman ziet soms, bij het waken,
een dode vogel zweven langs het want.
En hij alleen verstaat dit vege teken
als eeuwigheid die neerziet in de tijd
en zich voelt drijven door de blauwe streken
van Gods ontstellende oneindigheid.
Gedicht: Jan Noordegraaf (1927-1990), uit de gedichtenbundel Zeeman met Verlof
Foto: Marina Noordegraaf
PS
Dit - in mijn ogen - prachtgedicht schreef mijn vader toen hij nog jong was. Wat het een beetje raar maakt voor mij aan het einde is het woord God. Mijn vader verloor - naar eigen zeggen - op zee zijn geloof in God. Een gedicht, een woord, een beeld zegt uiteindelijk pas iets binnen de context waarin zij ontstaan is. Een momentopname. En dat vergeten we best vaak.