Sanne Roemen
Als ik mijn kinderen hun spreekbeurt zie voorbereiden dan weet ik: zij zijn er niet op uit de rechten van anderen moedwillig met voeten te treden. Plagiaat komt in hun woordenboek niet voor. Kinderen spelen per definitie met wat er voor handen is. Dat achter de informatie die in één klik op het scherm verschijnt een wereld aan makers zit, is op het eerste gezicht niet meteen evident. Dat er op deze informatie dan ook nog rechten kunnen rusten is iets dat je ze moet onderwijzen. Informatiebewustzijn groeit niet vanzelf.
Dat het belangrijk is recht te doen aan de inspanningen van de maker, kun je hen gemakkelijk duidelijk maken. Als ze met een tekening thuis komen en ik zeg: "dank je wel" en zet er vervolgens mijn naam onder, dan zijn ze verontwaardigd (stel ik me voor :-)). Toch maakt zo'n soort grapje duidelijk dat informatie altijd een gezicht heeft, ook al kunnen we haar niet direct zien. En dat het ergens ook fijn is om die mensen - op wiens informatie je voortbouwt - erkenning te geven in de vorm van een dankbare link.
Zelfs met een grote portie informatiebewustzijn is het nóg niet altijd gemakkelijk de wet op internet goed na te leven. Simpelweg omdat veel informatie geen eenduidig gezicht heeft. Zo kwam ik bij het zoeken naar materiaal met "Public Domain" als Creative Commons licentie toch nog bedrogen uit. De typewriter song die ik graag wilde gebruiken, bleek bij nazoeken een liedje uit 1950 van Leroy Anderson die zeker nog geen 70 jaar dood is. Ook het feit dat foto's een Creative Commons licentie mee hebben gekregen geeft geen zekerheid. Iemand kan tenslotte materiaal van anderen onder die licentie ter beschikking stellen. Dat je op materiaal met een Creative Commons licentie zoekt, geeft informatie over jouw intentie om materiaal te gebruiken dat je ook mág gebruiken. Het biedt je desondanks geen zekerheid en ook geen vrijbrief.
Ik stel me graag de vraag: Kun je de architectuur van het internet zodanig beïnvloeden dat het makkelijker wordt om bestaande delen legaal te combineren tot iets nieuws? Zou software om plagiaat te detecteren daar bijvoorbeeld een handje in kunnen helpen? Hoewel de insteek in eerste instantie gericht lijkt op controle achteraf - en wantrouwen - kan dit soort software er in de toekomst wellicht juist toe dienen informatiegebruikers - vooraf - te helpen achterhalen wie het gezicht is achter de informatie die ze vinden en op welke manier ze daarop mogen voortbouwen. Voor muziek zie ik een mooie toekomst voor muziekherkenningssoftware zoals Shazam waarmee je de muziekvingerafdruk van een gevonden muziekstuk snel kunt achterhalen. Even mixen met de catalogus van Buma/Stemra die je dan vertelt waar je aan toe bent. Buma/Stemra zelf geeft aan daar vooralsnog geen plannen voor te hebben.Dat het belangrijk is recht te doen aan de inspanningen van de maker, kun je hen gemakkelijk duidelijk maken. Als ze met een tekening thuis komen en ik zeg: "dank je wel" en zet er vervolgens mijn naam onder, dan zijn ze verontwaardigd (stel ik me voor :-)). Toch maakt zo'n soort grapje duidelijk dat informatie altijd een gezicht heeft, ook al kunnen we haar niet direct zien. En dat het ergens ook fijn is om die mensen - op wiens informatie je voortbouwt - erkenning te geven in de vorm van een dankbare link.
Zelfs met een grote portie informatiebewustzijn is het nóg niet altijd gemakkelijk de wet op internet goed na te leven. Simpelweg omdat veel informatie geen eenduidig gezicht heeft. Zo kwam ik bij het zoeken naar materiaal met "Public Domain" als Creative Commons licentie toch nog bedrogen uit. De typewriter song die ik graag wilde gebruiken, bleek bij nazoeken een liedje uit 1950 van Leroy Anderson die zeker nog geen 70 jaar dood is. Ook het feit dat foto's een Creative Commons licentie mee hebben gekregen geeft geen zekerheid. Iemand kan tenslotte materiaal van anderen onder die licentie ter beschikking stellen. Dat je op materiaal met een Creative Commons licentie zoekt, geeft informatie over jouw intentie om materiaal te gebruiken dat je ook mág gebruiken. Het biedt je desondanks geen zekerheid en ook geen vrijbrief.
Morgen is allang begonnen.
Blogpost & Illustratie: Marina
2 ,20135 reacties:
Hoi Marina,
't is een gemene valkuil hoor, tools en technologie 'sturend' inzetten om auteursrechtelijk beschermd materiaal juist te gebruiken.
De echte oplossing is veel lastiger, maar wel hard nodig, namelijk het aanpassen van auteursrecht aan de moderne tijd. Zie ook hierzo.
Hoi Gerard, roerend met je eens hoor. Ik ben erg voor Lawrence Lessig die pleit voor aanpassing aan de wet aan deze tijd. "Creatief downloaden is geen misdaad".
Ik denk ook niet dat je enkel de weg van het inzetten van technologie moet volgen. En ook niet enkel de weg van het aanpassen van de wet op internet. Het is voor mij en-en. In de tussentijd is het tenslotte wel zo dat technologie sneller evolueert dan de wet. En dat we er dan beter bij kunnen zijn om te kijken welke normen en waarden er eigenlijk in "verstopt" zitten. En ervoor te zorgen dat dat normen en waarden zijn waar we als maatschappij voor willen staan. Code=Law. En als we dan toch technieken ontwikkelen om fraude te detecteren dan zie ik het liever omgedraaid: Help ons dan maar te laten zien wat we met dit materiaal wel en niet mogen. En dan zal uiteindelijk wel blijken dat we niet zoveel doen met materiaal waar je niks mee mag. Mensen zullen dan ook vanzelf na gaan denken over de manier waarop ze hun materiaal dan wél willen verspreiden. Zoals velen al doen door hun materiaal een Creative Commons licentie mee te geven.
Ofwel: ik denk dat we het roerend eens zijn.
En de valkuilen zijn er. Daarom lijkt het mij nou juist zo goed dit onderwerp - technologie inzetten om de vingerafdruk van informatie te behouden - te bespreken. Waarvan akte!
Thanks
Een reactie posten