Toen pilonnetje geboren werd, was hij nog heel klein. Er ging geen dag voorbij of hij werd ouder, maar vergeleken met zijn medepilonnetjes bleef hij klein. Zorgwekkend klein, begreep hij uit de reacties om hem heen. Na school wachtten zijn klasgenootjes hem op. Ze gooiden hem dan in de lucht en riepen: “Pilonnetje is een kleintje, pilonnetje is een kleintje“ gevolgd door het kleinerende "Na, na, na, na, na". Pilonnetje ging er best wel onder gebukt dat hij blijkbaar groter zou moeten zijn dan hij was. En dat maakte hem er bepaald niet reusachtiger op.
Pilonnetje vroeg zich af hoe hij groter zou kunnen lijken en zocht naar voorbeelden in zijn omgeving. Zijn papa, mama, broers en zussen verschenen altijd als glinsterende, grote pilonen aan het ontbijt. In vol ornaat gingen ze dan naar hun werk, de sauna en de supermarkt enzo. Maar in het holst van de nacht - als zij zich onbespied waanden - bleken ze al net zo klein te zijn als hij. Zo niet kleiner! Dát bracht pilonnetje op een idee. Op een dag tippelde hij stoutmoedig de slaapkamer van zijn ouders binnen. Vóórdat hij zich kon bedenken, griste hij een prachtige grote pilon uit hun verkleedkast. Vliegensvlug zette hij 'm over zijn eigen oranje-wit-gestreepte heen. Pilonnetje kreeg het daar best benauwd van. “Liever benauwd dan gepest”, hoorde hij zichzelf gesmoord weerklinken. En hij zwoor dat hij zijn prachtpilon nooit meer af zou zetten.
De strategie van pilonnetje leek te werken. Zijn klasgenootjes waren nogal onder de indruk van al het geschitter en wilden net zo zijn als hij. Zelfs zijn vader en moeder leken nu meer oog voor hem te hebben en zeiden: “We wisten dat je het in je had”. Toch knaagde er iets onder al het uiterlijk vertoon. Elke keer als iemand zei dat pilonnetje zo’n mooie, grote pilon was, kon hij het compliment eigenlijk niet echt serieus nemen. Hij hoorde zichzelf dan zachtjes protesteren: “Pilonnetje is een kleeeeeintje”. Om zijn gemor te overstemmen bleef pilonnetje verlangen naar oorverdovend applaus. Hij wilde zoooooooooveel bewondering dat hij uiteindelijk ook zelf zou geloven dat hij best heel erg groot en prachtig was en “zie je wel” zou kunnen zeggen. Tegen wie wist hij zelf eigenlijk ook niet.
Op een dag hielden de complimenten op. Schitterende pilonnen waren uit. Pilonnetje had de zijne best in willen wisselen voor een ander sociaal gewenst exemplaar, maar dat lukte hem niet. Inmiddels was hij zo vergroeid geraakt met zijn grote pilon dat hij deze echt niet zonder kleerscheuren in kon ruilen.
Nu niemand meer zijn kant op keek, kon hij pas zien wat hij al die tijd had willen verstoppen: hij was niet groot genoeg geweest om toe te geven dat hij eigenlijk nog heel klein was. “Maar nu hoef ik me voor niemand meer groot te houden”, sprak pilonnetje zichzelf bemoedigend toe. Hij had deze heldhaftige zin nog niet helemaal uitgesproken of zijn grote pilon begon al scheuren te vertonen.
Nu niemand meer zijn kant op keek, kon hij pas zien wat hij al die tijd had willen verstoppen: hij was niet groot genoeg geweest om toe te geven dat hij eigenlijk nog heel klein was. “Maar nu hoef ik me voor niemand meer groot te houden”, sprak pilonnetje zichzelf bemoedigend toe. Hij had deze heldhaftige zin nog niet helemaal uitgesproken of zijn grote pilon begon al scheuren te vertonen.
En pilonnetje groeide nog lang en gelukkig.
Verhaal en illustratie: Marina
4 ,20135 reacties:
Eindelijk heb ik weer mijn regelmatige nadenker.
@Ria Het duurt soms ff voor ik inspiratie heb, maar ik vind het leuk om te lezen dat mijn Posts tot nadenken stemmen :-)
Hoi Marina,
Ik vond dit verhaaltje erg leuk om te lezen; heb genoten van je verfijnde humor en je stijl van schrijven. Het is zo treffend en herkenbaar wat je schrijft. Ik heb er veel aan en, ik denk, velen met mij...
leuk om te lezen, Corry!
Een reactie posten