boekenwormpie

Illustratie: Marina

Geinspireerd door het prachtinitiatief "Follow a library on twitter"
(@followalibrary) -  vandaag - 1 oktober 2010


 Weerloos geluk
van suiker gesponnen
Ik tast toe
en tref je niet aan

Ik verdrink
in je belofte
Raak verstrikt
in jouw web
Te zoet voor mij

Web van verwachting
Ragfijn venijn

Ik ben van suiker

Opgelost


suikerspin

Marina


"I'm not a digital native, I'm an analog expat"
Nat Torkington



iBaby

Negen jaar geleden werden de "digital native en digital immigrant" geboren. De beeldspraak heeft ons veel gebracht. Ze bracht ons het besef dat de wereld blijvend aan het veranderen is. Ze bracht ons het besef dat de jeugd de toekomst heeft. Ze bracht ons een gevoel van urgentie. Soms moet je iets tot (generatie)kloof verheffen om positie te kunnen bepalen.

De metafoor heeft ook tot een gevoel van onoverbrugbaarheid geleid (kloven hebben die neiging). Ouders en leraren hebben zich overweldigd gevoeld door de leergierigheid van hun kinderen en leerlingen. Ze hebben gedacht dat ze niet met hun kinderen mee konden komen en niet mee hoefden te kijken omdat die al digitaal vaardiger waren dan zij zelf. Daarmee diskwalificeerden ouders en leerkrachten zichzelf eigenhandig om een rol te spelen bij het aanwakkeren van media- en informatievaardigheden van hun kroost. Door de digitale wereld neer te zetten als terra incognita werd de kloof eerder groter dan kleiner.

Hoe de kloof te overbruggen? De dilemma's die je tegen komt in de offline en online wereld blijken meer op elkaar te lijken dan dat ze verschillen. Je krijgt er complimenten, je loopt er virussen op, je wordt gepest, je vindt er informatie die niet klopt, je wordt uitgedaagd jezelf te laten zien in wat je kunt. Als je op deze manier naar mediawijsheid kijkt, ontstaat er een gebied waarop je elkaar wel kunt treffen ongeacht het niveau waarop je de techniek beheerst. Kinderen vinden het fijn als je een stukje met hen meeloopt om samen te praten over wat je onderweg tegenkomt. Kinderen waarderen het om jouw ervaringen te horen. Niet als enige waarheid, maar als ijkpunt om hun eigen positie te kunnen bepalen. Om te proeven wat hun past en wat niet. Door vragen te stellen, door te luisteren en kinderen hun eigen antwoorden te laten formuleren kan een mediavaardig kind ook mediawijs (wereldwijs?) worden.

"In spite of them being born into a digital world,
they might get lost, too"


Tekening & blogpost: Marina





Respecting gravity


"Je wilt graag vliegen, meer dan wat ook. Je wilt echt zo vrij zijn als een vogel en door het luchtruim zwieren. Je gaat bovenop een berg staan en springt eraf. De zwaartekracht laat je naar beneden vallen. Juist dan ervaar je je eigen onvrijheid. Maar als je met respect voor de zwaartekracht een parachute om doet en springt, juist dan ervaar je de vrijheid van de ruimte en zweef je. Niet als een vogel, maar als jij".



Illustratie: Marina


Langs de vloedlijn
lag een boodschap
speciaal op mij te wachten

Tussen mij en haar één kurk
en 140 tekens

max


flessenpost

Marina






talent


Marina




engel

Engel had een lichtkroon. Altijd al voor zover ze zich kon herinneren. En hoewel ze er haar weg in de duisternis goed mee kon vinden, snakte ze er soms naar de sterrenhemel te kunnen zien zónder het schijnsel van haar lichtende cirkel. Ook de mensen op aarde stelden haar verlichting niet altijd op prijs. Sommigen van hen voelden zich zelfs knap ongemakkelijk in haar aanwezigheid. Engel dacht dat dat misschien zo was omdat zij hun schaduw liever niet onder ogen kwamen. En daar was geen ontkomen meer aan zodra engel verscheen. Haar schijnsel zorgde ervoor dat er niets aan de contouren van iemands schaduw te raden over bleef.

Veel mensen verbleven liever in het duister. Ze vertelden engel dan ook dat ze niet welkom was en beschuldigden haar van schijnheiligheid. Dit soort beschuldigingen had engel vleugels gegeven. Vleugels om op haar eigen tijd te verschijnen en weer te vertrekken als de verloochening haar teveel werd. Als mensen haar het licht in de ogen niet gunden, had het weinig zin om te blijven. Maar in de tussentijd voelde engel zich eenzaam. Eigenlijk kon ze alleen nog met goed fatsoen verschijnen als ze geroepen werd en dat maakte haar keuzevrijheid klein. Te klein, vond engel.

Op een dag was engel zo wanhopig op zoek naar duisternis dat haar een licht op ging. Als ze haar licht nou gewoon uit zette? Tot in al haar vezels van haar mooie gewaad raakte ze ervan overtuigd dat dat een goede - zo niet de enige - manier was om haar eenzaamheid te ontlopen. Omdat ze zelf niet bij de uitknop kon, besloot ze engel 2351 te vragen om haar te helpen. Maar engel 2351 vertelde haar dat een engel zonder licht ten dode opgeschreven was. Zo had engel het nog niet bekeken. Ze vroeg of engel 2351 er nooit last van had gehad dat mensen haar wegstuurden. "In het begin wel", gaf engel 2351 toe "maar nu verschijn ik alleen nog bij mensen die in me geloven". Het was een gevleugelde uitspraak die haar de rest van haar engelenbestaan bij zou blijven.

Vanaf die dag wist engel dat engelen bestaan.

----

Illustratie & Verhaal: Marina

Inspiratie opgedaan door het lezen van een artikel in de wetenschapsbijlage van het NRC van 7/8 augustus. In dat artikel valt te lezen dat altruïsten net zo min welkom zouden zijn in een groep als egoïsten. You look so good that you are making me feel bad. Een andere illustratie die ik daarbij maakte is deze.


buideldier

Buideldier had een buidel. Altijd al, voor zover hij zich kon herinneren. Had buideldier nog een heel bescheiden exemplaar; zijn vader en moeder hadden een heuse tas! Het ware zulke joekels dat hij soms betwijfelde of er eigenlijk wel een papa en mama achter scholen. Dat vond hij jammer. Als hij zijn ouders niet goed kon zien, zouden ze vast en zeker ook niet zo'n al te best uitzicht hebben op hem. En dat had hij wél nodig: gezien worden. Buideldier wilde zo graag dat zijn ouders hun tas even weg zouden leggen. Al was het maar één keer om even hallo te zeggen tegen hun zoon, buideldier. Maar dat gebeurde niet.

Buideldier kwam op het geniale idee om zijn ouders te vragen of híj hun tas dan misschien even zou dragen? Maar zijn ouders ontkenden in alle toonaarden dat ze een tas droegen en vroegen of hij ze soms zag vliegen. Tegen zoveel ontkenning kon buideldier niet op. Hij kon niet anders dan concluderen dat hij een gave had: hij zag tassen die anderen niet konden of wilden zien. En zijn vader en moeder hadden hun ogen klaarblijkelijk in de tas. Ergens snapte hij ook wel dat zijn ouders de inhoud van de tas niet lieten zien. Het scheen hem namelijk toe dat er niet al te veel moois in zat. Hij vermoedde onderdrukte gedachten, duistere praktijken, gemengde gevoelens, tranendalen, bergen woede, bodemloze putten. Dat soort dingen. Omdat hij zijn papa en mama niet kon overhalen hun tas voor hem te openen, ging hij over op plan B. Elke dag zou hij een beetje van "het grote verdriet" stelen. En op een dag had hij dan vast genoeg gestolen om een blik op zijn ouders te kunnen werpen.

Gaandeweg vulde de buidel van buideldier zich met zoveel narigheid dat hij er letterlijk onder gebukt ging. Op een dag begon hij zich daarover te beklagen. Maar een erg goed verhaal vonden zijn vrienden het niet: "Dus je draagt verdriet van iemand die zijn verdriet niet ziet of wil zien en dat vind je zwaar? Waarom stop je er dan niet mee?". Buideldier vond dat zijn vrienden wel een punt hadden, maar het leek alsof hij niet anders kon. "Ik ben tassenziener en tassendrager eerste klasse", probeerde hij zijn inspanning alsnog met trots aan zichzelf te verkopen. Maar eigenlijk geloofde hij er zelf niet meer in. Zijn uitzicht was inmiddels tamelijk belabberd geworden en hoorde bepaald niet bij een eerste klasse arrangement. Buideldier besloot voorzichtig een blik te werpen over de rand van zijn goedgevulde buidel. Met dichtgeknepen ogen zag hij wat hij niet had wíllen zien: de tas van zijn ouders was geen centimeter gekrompen. Hij had hun tas niet gestolen; hij had 'm eerder gekopieerd! Buideldier werd ontzettend verdrietig om dit inzicht. Zo verdrietig dat hij zijn grote verdriet liever in zijn buidel had gesmoord. Maar er was geen houden meer aan.

Na een oeverloze huilbui die wel weken leek te duren, voelde hij zich ineens stukken lichter. Buideldier wist: vanaf vandaag draag ik alleen nog maar mijn eigen buidel. Een aantal van zijn vrienden herkenden buideldier niet meer terug in al die ruimte en zegden de vriendschap op. Dat maakte buideldier verdrietig. Maar er was geen weg terug. Verderop ontmoette hij allerhande buideldieren die hij voorheen links zou hebben laten liggen. Buideldieren die niet gebukt gingen onder andermans tassen. Buideldieren die zich best in de buidel wilden laten kijken. Het was een buidelgewone ervaring.

En vanaf die dag buitelde buideldier gelukkig verder.


---

Verhaal & illustratie: Marina
Inspiratie opgedaan bij Parre en Deden


"Alleen fan zijn van winnaars is te gemakkelijk"

inwoner uit Rio de Janeiro(NOS-journaal van 1 juli 2010)

robin van beesie





Foto & Spielerei: Marina

Meer mooie foto's van beesies
vind je in "Waar hangt jouw beessie uit?"



wat er pret

Foto: Marina



Ik weet het: het mooiste zou zijn
als ik onvindbaar was
en altijd naar mezelf bleef zoeken.
Hoe interessant zou dat niet zijn!
maar ik ben zó vindbaar ...
zó voor het oprapen ..

doe het licht uit, struikel over mij!

Toon Tellegen

zandstruis2

Illustratie: Marina

Met dank aan Jasper Jobse
voor de attendering op deze parel van Toon



Complimenten zijn als fast food
voor de innerlijke criticus


vraatzucht

Gepubliceerd in WILLEM

Marina