Een collega van Wageningen UR Library wees me op de Library Connect Photo Contest. Dat leek haar echt iets voor mij. Natuurlijk voelde ik me uitgedaagd 'to tell my story about the impact of a librarian in a picture'.
Ik mag mijn beelden niet indienen als wedstrijdbijdrage omdat ik niet in vaste dienst ben bij een bibliotheek. Maar ik mag ze wel hier plaatsen: gewoon interbibliothecair :-)
Ik voel me thuis bij hen die helpen de speld van het hooi te scheiden.
Marina
De schoonheid van verval
Bloot ligt haar basis
voor ieder te kijk
sterk in kwetsbaarheid
Zij vraagt niet waarom
ze uit is gebloeid
het is gewoon haar tijd
Nu kan een ieder
haar wezen aanschouwen
zonder uiterlijke schijn
Alsof zij nog één keer
benadrukken wil:
"Er is niets om bang voor te zijn"
Marina Noordegraaf
Beeld en gedicht:
Marina
Marina

Ik krijg altijd een beetje lachkriebels als ik 'verplichte velden' moet invullen op het internet. Beelddenkers denken vaak heel letterlijk. Een veld dat verplicht is, kunnen zij zich moeilijk voorstellen ;-).
Verplichte velden doen me denken aan een uitspraak van Jules Deelder: "Binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbeperkt als daarbuiten".
De vrijheid in de verplichtingen zoeken.
Dat is waar ik van houd.
Verplichte velden doen me denken aan een uitspraak van Jules Deelder: "Binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbeperkt als daarbuiten".
De vrijheid in de verplichtingen zoeken.
Dat is waar ik van houd.
De Ongehoorden stonden bekend als een bruut, meedogenloos, volk. Van het soort met wie je niet in één adem genoemd wilt worden. Van het soort waar je je vol walging van af wendt, of beter nog: van distantieert. Dat klinkt al een stuk afstandelijker, tenslotte.
De Luidsprekers daarentegen gedroegen zich een stuk beschaafder, al zeiden ze dat zelf. Zij lieten geen Luidspreker in het land onbenut om de Ongehoorden weer in hun gareel te krijgen. Maar de Ongehoorden bleken niet bereid ook maar één decibelletje toe te geven. En dat vonden de Luidsprekers tamelijk ongehoord. Dus zetten zij steeds grover geschut in. Maar baten mocht dat niet: Uiteindelijk sloeg hun immer aanzwellend geroep als een boemerang terug en konden ze zichzélf niet eens meer horen. Tegen dovemansoren bleek geen enkele Luidspreker opgewassen.
En toen werd het stil.
Het werd zó stil dat een Luidspreker een hem onbekende trilling opmerkte. Een ongemakkelijke, beschamende gedachte maakte zich langzaam maar zeker van zijn gloeiende wangen meester. Had hij zichzelf eigenlijk ook niet als een Ongehoorde gedragen? Hoe meer genegeerd hij zich gevoeld had, hoe harder hij was gaan schreeuwen. Dat Luidsprekers dat nu eenmaal doen, vond hij wel een heel mager excuus.
Het werd zó stil dat het een Ongehoorde lukte om naar zichzelf te luisteren. Hij vroeg zich af waarom zijn volk eigenlijk zo bruut was. Ze leken wel niet anders te kunnen. Ze leken wel te strijden voor iets groters dan zichzelf. Ze wilden iets aan het licht brengen, zoveel was zeker. Maar dat zou nooit lukken als dat 'iets' steeds werd overstemd door het oorverdovende lawaai dat ze over zichzelf afriepen. Zijn hele volk was er langzaam doof van geworden.
De stilte had gesproken.
En zolang het stil bleef, zou het ongehoorde binnen gehoorsafstand blijven.
Klaar om gegrepen en begrepen te worden.
Beeld en Tekst: Marina
Waarom ben jij op aard? Wat wil je bereiken in het leven? Wat is jouw unieke bijdrage? Wat is je eigen stem? Wat wil je nalaten?
Het zijn bijna dogmatische vragen die - als ze een antwoord schuldig blijven - onherroepelijk leiden tot een sterven gedompeld in vergetelheid. En wij - individualistische Westerlingen - hebben geleerd dat erg te vinden. Elk straatnaambordje met een heldennaam herinnert ons eraan dat er roem is weggelegd voor talent plus uithoudingsvermogen. Dus zetten we 'helden' op een voetstuk en vergeten we dat we hen dan niet meer kunnen aanraken.
Het zijn ook typisch Westerse, calvinistische, vragen. Vragen die we vanaf de paplepel met ons meedragen. Vragen die ons drijven nieuwe ontdekkingen te doen en ideeën te verspreiden. Mooi toch? Of zit er ook een schaduwkant aan onze voorgeprogrammeerde geest?
In de VS maakte ik kennis met een Paiute Indiaan: zij hadden als levenswijze juist niets achter te laten. Daarom is er ook zo weinig over de Indianen bekend. Geen ruïnes, geen archieven. Als de Indianen verder trokken - omdat de buffels dat ook deden - lieten ze niks achter. Ze namen nooit meer dan nodig was; ze leefden in evenwicht met de natuur. In het middelpunt te moeten staan, was hen vreemd.
Hoe onverzoenbaar is het voormalige wereldbeeld van de Indianen met dat van ons Westerlingen. We nemen meer van de aarde dan we ooit kunnen teruggeven. We 'overbegrazen'. En wij willen juist wél een 'I was here' achterlaten omdat dat zin zou geven aan ons leven. Zin móet geven zelfs, zo lijkt het soms als je gangbare boeken over levensgeluk mag geloven. Maar is dat wel echt zo? Mij vliegen de 'wat wil je bereiken?' vragen soms naar de keel. Alsof je pad niet door toevallige ontmoetingen bepaald zou mogen worden.
We realiseren ons te weinig dat we een product zijn van onze opvoeding en van de plek waar onze wieg heeft gestaan. Westerlingen verheerlijken onafhankelijkheid, het individu, the American dream, 'leaving a legacy'. En, OK, in deze blogpost de native Americans : -)
En toch, ..
Stel dat we onze voorprogrammering eens om zouden denken. Zou 'Leave no visible legacy' niet ook een mooie levensfilosofie zijn? Enkel erfgoed achterlaten in de harten van de mensen om je heen?
"This land doesn't belong to us.
We belong to the land".
Ik vind de gedachte alleen al geestverruimend.
Marina
(Foto geschoten in Death Valley)
"Though we travel the world to find the beautiful,
we must carry it with us or find it not"
Ralph Waldo Emerson
We verheugden ons er enorm op: lekker 'zwemmen' in het Salt Lake. En de ervaring was inderdaad gaaf: de schoolslag is onmogelijk omdat je voeten steeds boven water geduwd worden. Drijven is de enige optie. We
moesten ons wél over de enorme stank heen zetten die rond het Salt Lake hing.
Talloze dode muggenbeesten in het water; heel veel levende aan de wal. Ik kan de geur nog in mijn neusvleugels simuleren en dat is geen pretje.
Toen we de volgende dag in de taxi naar het vliegveld zaten, vroegen we aan de taxi-chauffeur of hij wel eens in het Salt Lake had gezwommen. “Go swimming in Salt Lake? No, we don’t do that. It stinks!”.
Grappig hoe de onwetendheid en onbevangenheid van de toerist ervoor zorgen dat je ervaringen opdoet die locals niet hebben. Het doet me vermoeden dat je het mooie nooit écht kunt ervaren als je het nare wilt vermijden...
Ik heb me in ieder geval voorgenomen dat ik Nederland vaker met toeristenogen ga bekijken. Gewoon, op zijn Cruijffiaans: omdat elk nadeel zijn voordeel hep ;-)
Toen we de volgende dag in de taxi naar het vliegveld zaten, vroegen we aan de taxi-chauffeur of hij wel eens in het Salt Lake had gezwommen. “Go swimming in Salt Lake? No, we don’t do that. It stinks!”.
Grappig hoe de onwetendheid en onbevangenheid van de toerist ervoor zorgen dat je ervaringen opdoet die locals niet hebben. Het doet me vermoeden dat je het mooie nooit écht kunt ervaren als je het nare wilt vermijden...
Ik heb me in ieder geval voorgenomen dat ik Nederland vaker met toeristenogen ga bekijken. Gewoon, op zijn Cruijffiaans: omdat elk nadeel zijn voordeel hep ;-)
Marina