Van de week stroomde mijn mailbox ineens vol met berichten van zeelieden die de boeken van mijn vader gevonden hadden. Dat was geen toeval. Joris van 't Land - die mijn verlangen aanwakkerde om het erfgoed van mijn vader te digitaliseren - schreef een stukje voor Piet Sinke's DAILY COLLECTION OF MARITIME PRESS CLIPPINGS, Piet plaatste het in nummer 21, pagina 7 et voila! 




Ik ontving prachtige reacties waarvan ik er een aantal - anoniem - laat schitteren in deze blogpost:   

Als oud wtk heb ik al heel wat Maritieme boeken verzameld, waaronder verschillende van uw vader. Ik ben er heel blij mee, dat ik ze nu ook digitaal heb. Goed initiatief! Ik ga er zeker weer van genieten, zonder dat ik de boeken mee hoef te nemen.

Heel veel dank voor het beschikbaar stellen van de boeken van uw vader. Met deze boeken ben ik opgegroeid en mede door deze boeken heb ik een groot deel van mijn leven op zee doorgebracht.

Langs deze weg wilde ik je even bedanken voor het digitaal beschikbaar maken van de boeken van je vader en de tijd/moeite die je hier waarschijnlijk ingestoken hebt. In deze tijd van het 'snelle reizen' is een e-reader een uitkomst en kan ik nu wederom genieten van de publicaties van Jan Noordegraaf.

Heel hartelijk dank voor de mogelijkheid deze prachtige - en zeer herkenbare - boeken te kunnen herlezen!!

Ik heb nu je webpage 'De boeken van Jan Noordegraaf' gevonden en ik moet zeggen dat die verzameling een pracht gift is van jou aan de oude garde - zoals ik - en de jongeren die zijn ervaringen waarschijnlijk nooit zullen meemaken. Wat ik zover gevonden heb, brengt het verleden weer in focus en voel ik dezelfde sentimenten en ervaringen als de fictieve Jan Lighthart 

Ik ben 'Kapitein, we zitten aan de grond' andermaal gaan lezen (althans de eerste hoofdstukken) en ik ben verbaasd vast te stellen dat je vader zo verdomd levensecht de situatie en verhoudingen op de brug van een schip heeft beschreven, dat het was of ik als jonge stuurman opnieuw de Waterweg afvoer op de 'Alioth' van Van Nievelt, Goudriaan & Co. in de 'Rotterdam-Zuid Amerika Lijn. Zó goed kan niemand het! De sfeer, de onderlinge conversatie, kortom: ik was weer even, pak weg, 60 jaar terug in de tijd. 


Als Joris dit berichtje niet had geschreven en Piet Sinke het niet had geplaatst, hadden mijn vader's boeken een hoop (her)lezers misgelopen. En ik 'n hoop mooie complimenten : -)

Het is een bijzonder gevoel als een ander je serieuzer neemt dan je jezelf doet. 
Dat ontroert me. 

Dank je wel, Joris!

Marina



datahonger

datahonger

Ik ben alvast mijn datahonger aan het aanwakkeren : -)
(voor de duo-workshop "Eerste Hulp bij Informatievrijheid
op de VOGIN-IP lezing op 26 maart a.s.) 

Beelden: Marina




"The greatest crimes are not committed by people breaking the rules
but by people following the rules"

Bansky

gatenschieter van beroep

"Gatenschieter van beroep" 
Beeld: Marina




Use your imagination
Foto geschoten in Marble Valley


"Als je in de liefde gelooft, geloof je genoeg" 

Guus Kuijer

Als we ons huisje te Schiermonnikoog binnenlopen, zie ik recht voor me - pontifikaal - het woord HOOP aan de muur hangen. Ik vind het meteen een passend woord voor een eilanderhuisje waar de landschapsvormende werking van water en wind de boventoon voert. 

Na een tijdje zegt mijn zoon: "Waarom staat er eigenlijk liefde op dat bord?"
"Er staat hoop", zeg ik nog. 
"Nee hoor, er staat liefde", zegt mijn zoon en ik ga naast hem zitten om het geheel vanuit zijn perspectief te bekijken. Niet lang daarna bekijken we het bord enthousiast vanuit alle hoeken van de kamer. Maar natuurlijk moest er Geloof, Hoop én Liefde staan! 

En de grootste daarvan is de liefde die je beweegt om het perspectief van een ander te willen zien. Ook - of juist - als je het er niet mee eens bent.   

Marina

liefde



Monsterboekje Jan Noordegraaf (1927 - 1990)
Monsterboekje van mijn vader 


Het is volbracht. Ik heb het erfgoed van mijn vader (althans het gedeelte tussen twee kaften in) gedigitaliseerd en op een zelfgemaakte website gezet. De boeken zijn te downloaden voor ieder die dat wil. 

Hiermee sluit ik - een kwart eeuw na de dood van mijn vader - ook een hoofdstuk voor mezelf af. Op zijn ziektebed vroeg mijn vader aan mij of ik 'het schrijven' (zijn schrijven) niet van hem over kon nemen. Hij vond het zo zonde dat nu alles verloren ging. Zijn hele leven al had het geleken alsof hij haast had zijn ervaringen aan papier toe te vertrouwen. "Het leven gaat snel en we doen er te weinig mee", was één van zijn gevleugelde uitspraken en "er ligt nog voor honderd jaar werk!". 

Dat hij zo'n haast leek te hebben, is gezien zijn ervaringen goed te begrijpen. Al vroeg geconfronteerd met de dood van kameraden vroeg hij zich altijd af: "Waarom zij en ik niet?". Het onderstaande (in de Blauwe Wimpel gepubliceerde) gedicht is één van de gedichten die van deze levens-struggle getuigt: 


Ons Konvooi


Eens toen ik het leven ontdekte
was de wereld oneindig en mooi
maar na te veel reizen en trekken
ben ik deel van een eenzaam konvooi.


Op weg naar een vreemde bestemming,
een koers die naar ondergang voert,
de angst een latente beklemming, 
de dood die ons volgt en beloert.

Ginds gaat weer een makker ten onder,
te kort schiet mijn macht en mijn moed,
vertrouw en geloof in Het Wonder
dat offers rechtvaardigen moet

Vaarwel kameraad, see you later, 
de zoveelste vlag die ik dip,  
geschokt maar te moe om te haten
vaar ik door met mijn aarzelend schip.

Nadat ik de wereld ontdekte
bleek het leven niet eeuwig en mooi
want na te veel reizen en trekken
wordt men deel van een slinkend konvooi

Jan Noordegraaf  


Misschien haal je wel het meeste uit jezelf als je al vroeg ervaren hebt, dat het leven zo maar voorbij kan zijn. 
Misschien heeft mijn vader (in ieder geval voor mij) te kort geleefd, maar hij heeft wel gelééfd. En daar neem ik een voorbeeld aan.   


"Het gaat niet om de jaren in je leven, 
maar om het leven in je jaren"

Het schrijven heb ik niet van hem over kunnen nemen. Mijn taal blijkt vooral visueel. 
Wat ik wel voor hem heb kunnen doen, staat nu online. 

Was getekend, 

Marina

Zie ook:

Mijn wereld is een schip - deel I
Mijn wereld is een schip - deel II 

VoorkantmonsterboekjeJanNoordegraaf



Cheers! 

eenwijntjeopentrekken

Beeld: Marina






Finding a needle in a haystack - that's what librarians are for


never underestimate the importance of a librarian


Een collega van Wageningen UR Library wees me op de Library Connect Photo Contest. Dat leek haar echt iets voor mij. Natuurlijk voelde ik me uitgedaagd 'to tell my story about the impact of a librarian in a picture'. 

Ik mag mijn beelden niet indienen als wedstrijdbijdrage omdat ik niet in vaste dienst ben bij een bibliotheek. Maar ik mag ze wel hier plaatsen: gewoon interbibliothecair :-) 

Ik voel me thuis bij hen die helpen de speld van het hooi te scheiden.

Marina


De schoonheid van verval

Bloot ligt haar basis
voor ieder te kijk
sterk in kwetsbaarheid

Zij vraagt niet waarom
ze uit is gebloeid
het is gewoon haar tijd

Nu kan een ieder
haar wezen aanschouwen
zonder uiterlijke schijn

Alsof zij nog één keer 
benadrukken wil: 
"Er is niets om bang voor te zijn"

Marina Noordegraaf


Bloemskeletje

Bloemskeletje

Beeld en gedicht: 
Marina

PS Vorig jaar  fascineerden de bloemskeletjes mij ook al 


Dit is een verplicht veld


Ik krijg altijd een beetje lachkriebels als ik 'verplichte velden' moet invullen op het internet. Beelddenkers denken vaak heel letterlijk. Een veld dat verplicht is, kunnen zij zich moeilijk voorstellen ;-). 

Verplichte velden doen me denken aan een uitspraak van Jules Deelder: "Binnen de perken zijn de mogelijkheden even onbeperkt als daarbuiten". 

De vrijheid in de verplichtingen zoeken.
Dat is waar ik van houd. 

Beeld: Marina


David and Goliath

Beeld: Marina



Het is ongehoord


De Ongehoorden stonden bekend als een bruut, meedogenloos, volk. Van het soort met wie je niet in één adem genoemd wilt worden. Van het soort waar je je vol walging van af wendt, of beter nog: van distantieert. Dat klinkt al een stuk afstandelijker, tenslotte. 
De Luidsprekers daarentegen gedroegen zich een stuk beschaafder, al zeiden ze dat zelf. Zij lieten geen Luidspreker in het land onbenut om de Ongehoorden weer in hun gareel te krijgen. Maar de Ongehoorden bleken niet bereid ook maar één decibelletje toe te geven. En dat vonden de Luidsprekers tamelijk ongehoord. Dus zetten zij steeds grover geschut in. Maar baten mocht dat niet: Uiteindelijk sloeg hun immer aanzwellend geroep als een boemerang terug en konden ze zichzélf niet eens meer horen. Tegen dovemansoren bleek geen enkele Luidspreker opgewassen. 

En toen werd het stil. 

Het werd zó stil dat een Luidspreker een hem onbekende trilling opmerkte. Een ongemakkelijke, beschamende gedachte maakte zich langzaam maar zeker van zijn gloeiende wangen meester. Had hij zichzelf eigenlijk ook niet als een Ongehoorde gedragen? Hoe meer genegeerd hij zich gevoeld had, hoe harder hij was gaan schreeuwen. Dat Luidsprekers dat nu eenmaal doen, vond hij wel een heel mager excuus. 

Het werd zó stil dat het een Ongehoorde lukte om naar zichzelf te luisteren. Hij vroeg zich af waarom zijn volk eigenlijk zo bruut was. Ze leken wel niet anders te kunnen. Ze leken wel te strijden voor iets groters dan zichzelf. Ze wilden iets aan het licht brengen, zoveel was zeker. Maar dat zou nooit lukken als dat 'iets' steeds werd overstemd door het oorverdovende lawaai dat ze over zichzelf afriepen. Zijn hele volk was er langzaam doof van geworden. 

De stilte had gesproken. 
En zolang het stil bleef, zou het ongehoorde binnen gehoorsafstand blijven. 
Klaar om gegrepen en begrepen te worden.   

Beeld en Tekst: Marina